Voor Festival de Beschaving (juni 2003) maakte ik samen met Martijn Pieck een installatie in het oude rechtbankgebouw van Utrecht. In een verduisterde zaal werd met kaasdoek, diaprojectoren en groentekratjes een provisorische tempel gemaakt. Overal in deze ruimte waren diaprojecties te zien. Soms groot geprojecteerd, soms verborgen in kleine nisjes. In deze installatie vond een performance plaats.
De installatie is ontstaan na mijn bezoek aan de art ashram van Jhoti Sahi in India en is geïnspireerd op vermenging van beelden en ideeën uit verschillende religies die ik daar tegenkwam.
De diaprojecties verwijzen naar verhalen uit christendom en Hindoeïsme waarin een onthoofding centraal staat. Het hoofd verliezen krijgt in de installatie en performance de betekenis van extreme religieuze overgave. De angst dat deze religieuze overgave eindigt in waanzin werd zowel in de installatie als performance voelbaar.
Martijn Pieck liet op verschillende plekken in de installatie geluiden van ademhaling, hartslag en voetstappen weerklinken. Zijn muziekcompositie vermengde muziektradities uit West en Oost tot een nieuw geheel.
De performance vond plaats op 14 juni 2003. De performance had de vorm van een bezweringsritueel waarin het eigen hoofd veilig moest worden gesteld. De performer plaatste zijn hoofd in een van de projecties uit de installatie en sprak zijn bezweringsformule uit. Zijn hoofd werd uiteindelijk veilig gesteld door het te verbergen in een dicht genagelde houten krat. In navolging van de performer stapten na afloop ook enkele mensen uit het publiek naar voren om met hun gezicht in de projectie, de bezweringsformule uit te spreken: ‘I have never lost my head‘.