Fragmenten uit de interviews met kerkgangers.
Over het performance-ritueel Waak over mij
‘Ja, het bed raakte mij heel sterk omdat dat zo’n beetje mijn weg was tijdens mijn ziekteproces. Ik voelde mij toen ook geblinddoekt, ik wist ook niet meer welke kant ik op moest. Je probeert vooruit te komen, maar eigenlijk lukt het van geen kanten.
Het voelde voor mij als een soort bevrijding toen ik die ladder zag. Zo van, gelukkig dat stuk is voorbij, dat gestuntel en geworstel, dat gezoek en dat gescharrel. Het was een hernieuwde beklemming, een herbeleving van het proces waar ik in heb gezeten. En toen ik die ladder zag, was ik daar ook wel heel blij mee. Zo van, het is voorbij: er is nu weer ruimte en openheid. Dat was heel mooi om te zien.’
‘Wat ik indrukwekkend vond was het ritueel rondom het bed – kruis – ladder. Door daar zelf aan mee te doen heb ik zoveel ervaren. Jacob te mogen zijn, het zwoegen om de weg te gaan, geblinddoekt, niet weten waarheen de weg voert. Afgesloten, teruggeworpen op mezelf. De stilte en concentratie in de kapel waren zo intens dat ik mij totaal kon geven. Ik was daar aanwezig, maar ook in een andere tijd en op een ander niveau.’
‘Ik ben gelijk meegenomen. Ik ben gelijk meegenomen doordat die geblinddoekte vrouw meegenomen werd. En ik had zoiets van…, het is ook weleens fijn om de dingen er omheen niet meer te zien of te vergeten, om te kunnen vergeten. Het is fijn om zo bij mezelf te komen.’
Over het performance-ritueel Heer ontferm U
‘Dat maakte mij emotioneel. Want ik zag haar daar staan en toen dacht ik: ja, je bent helemaal ingepakt. Mensen zijn ook ingepakt, hè? Soms kunnen we geen kant op en moeten we daar toch uit zien te komen. Maar dan vraag je op een…, ja zij deed dat op een lieflijke manier, ‘Heer ontferm U over ons’.’
‘Ik vond het prachtig dat na enige tijd die kisten er weer afgingen en dat zij gewoon weer tevoorschijn kwam, bevrijd. En ook dat er ruimte was om die armen te spreiden. Dat is ook een gebaar van zegenen, weer uitvliegen, niet helemaal opgesloten zitten. Het deed mij denken aan mensen in gevangenschap die toch een signaal afgeven van ‘ik ben er nog’. Ik kom er aan of er komt een opening. Zegenende armen zoals van Jezus, of dat je je kunt laten zegenen door mensen, dat je je aangeraakt voelt.’
Over het performance-ritueel Verbonden tot Oneindigheid
‘Je komt uit je zetel. Je bent in beweging. Je loopt, je staat, je kijkt en je ziet daar een verbeelding van kracht, boosheid en woede, uitend in echte botsingen. En dan zag je dat verschrikte…, dat gezicht. Die botsingen, dat vernielen, dat was de grote boze praktische wereld: de feitelijke wereld.’
‘Een beeld van verwoesting, van afbraak, van dat er dingen zijn die kapot gemaakt worden en niet meer worden hersteld. Maar dan denk ik toch gelijk weer aan die vrouwen in het wit. De performers werden omkleed en teruggebracht in het leven als het ware. Dat had het ook wel weer tot gevolg.’